In 2011 merkte Talant dat er een wildgroei was aan methodieken om mensen met een verstandelijke beperking te begeleiden. Deze methodieken waren niet allemaal goed geïmplementeerd en werden niet allemaal voor de juiste mensen gebruikt. Ook zorgden al die methodieken voor veel vraag naar scholingen en dat begon nogal duur te worden. Daarom koos de organisatie voor 16 voorkeursmethodieken. Maar dat zorgde ook voor vragen en onduidelijkheden. Zo was niet duidelijk wat de kwaliteit was van iedere methodiek. En waren er vragen over de selectie en de implementatie. Om duidelijkheid te krijgen, gaf de directie van Talant opdracht voor dit onderzoek.
Het onderzoek bestond uit 4 deelopdrachten:
- Onderzoek welke methodieken er zijn in Nederland in de zorg en ondersteuning van mensen met een verstandelijke beperking.
- Bepaal wat er bekend is over de effectiviteit van deze methodieken.
- Bepaal wat er bekend is over de effectiviteit van de 16 voorkeursmethodieken van Talant.
- Geef aanbevelingen over de implementatie van methodieken binnen Talant.
Het onderzoek is uitgevoerd tussen april 2015 en juni 2016 met mensen van verschillende locaties van Talant.
Opvallend was hoeveel methodieken er zijn en hoe weinig onderzoek er is gedaan naar hoe effectief die methodieken zijn. Een andere belangrijke conclusie was dat een goede implementatie erg belangrijk is.
Het onderzoek leverde erg waardevolle informatie op. Maar helaas kon Talant met deze conclusies nog niet bepalen of ze de goede methodieken gebruiken. Daarvoor moest eerst een andere vraag beantwoord worden: welke 'bouwstenen' zitten er in een methodiek? Dat was de aanleiding voor het vervolgonderzoek bouwstenen voor basismodel.
Dit onderzoek is gefinancierd door de afdeling PWO van Alliade.