Uit balans. Crisisopname cliënten met autisme

Student:            Bionda Krakers-Meinders
Opleiding:         GGZ-verpleegkundig specialist
Jaar:                 2016                       

Meerdere factoren kunnen volwassenen met een autisme spectrum stoornis en een verstandelijke beperking uit balans brengen, wat kan leiden tot een crisis en mogelijke opname. Crisisopnames ontstaan als er bij een cliënt met spoed intensieve hulp nodig is. Er is vaak sprake van zo’n ernstige situatie dat thuis behandelen niet voldoende is. De ervaringskennis van naastbetrokkenen over de factoren die kunnen lieden tot een crisis is niet beschikbaar. Doel van dit onderzoek is kennis te ontsluiten bij naastbetrokkenen om de zorg te verbeteren. Waardoor raakt een cliënt met autisme in crisis? En welke signalen wijzen op een crisis?

Het onderzoek werd uitgevoerd door Dimence, een grote GGZ-instelling in het oosten van het land. Het onderzoek maakte deel uit van het onderzoeksprogramma van de Academische Werkplaats Autisme: Reach Aut.


Samenvatting

  • Wat was de onderzoeksvraag?

    Welke factoren hebben volgens naastbetrokkenen invloed op het ontstaan van een crisis bij volwassenen met ASS en VB en kunnen leiden tot een klinische crisisbehandeling?

  • Hoe is het onderzoek uitgevoerd?

    9 verwanten zijn geïnterviewd over hun waarnemingen in de aanloop naar een crisis.

  • Wat zijn de belangrijkste resultaten?

    Verwanten beschreven de crisis bij de cliënt als een moment waarop de spanning zo hoog opgelopen was, dat de cliënt (en vaak ook de verwant) ten einde raad was en last had van somberheid, angst en een wanhopig gevoel. Een crisis bij de cliënt leidde in 5 van de 9 gevallen tot een opname. In de andere gevallen werd een crisisopname voorkomen door extra ondersteuning thuis (inzet vrienden, familie, inschakelen professional) of door overplaatsing naar een andere groep binnen de instelling.

    Welke factoren leiden tot een crisis?
    Volgens verwanten leiden deze factoren tot een crisis:

    • onjuiste benadering van de cliënt (bijvoorbeeld door gebrek aan kennis over autisme of doordat er geen klik is met de cliënt), niet aansluiten bij belevingswereld van cliënt
    • veranderingen in de omgeving (zoals het onverwachts anders inrichten van de kamer, onverwachts bezoek krijgen of wisseling van personeel)
    • onveiligheid (zich bedreigd voelen door het gedrag van een ander)
    • onduidelijkheid
    • onvoorspelbaarheid
    • gebrek aan vaardigheden (doordat de cliënt niet goed kan schakelen en informatie ordenen in zijn hoofd werd spanning opgebouwd).

    Welke signalen wijzen op een crisis?
    In de aanloop naar een crisis zagen de verwanten deze signalen bij de cliënt:

    • verandering in mimiek en lichaamshouding
    • uit contact gaan (de cliënt wordt stiller, reageert niet meer als hij aangesproken wordt of trekt zich terug in zijn kamer)
    • psychotische klachten
    • vreemd gedrag (bijvoorbeeld broekplassen of zich uitkleden op ongepaste momenten)
    • dwanghandelingen
    • agressie
  • Wat is de eindconclusie?

    Resultaten bieden aanwijzingen dat meerdere factoren (biologisch-psychisch-sociaal) kunnen leiden tot een crisis en zelfs een opname bij cliënten met ASS en een verstandelijke beperking. Zintuiglijke prikkelgevoeligheid speelt hierbij ook een rol. Vervolgonderzoek wordt aanbevolen naar waarnemingen van begeleiders en geestelijke gezondheidswerkers ten aanzien van volwassenen met ASS, specifiek naar het verschil tussen laag en hoog IQ.

  • Welke aanbevelingen zijn er voor de praktijk?
    • Vraag als hulpverlener (begeleider) aan verwanten van cliënten of zij signalen opvangen die erop wijzen dat het niet goed gaat met de cliënt.
    • Probeer gedrag van de cliënt te begrijpen en heb daarbij oog voor omgevingsfactoren.
    • Wees voorspelbaar en duidelijk naar de cliënt toe om een veilig klimaat te kunnen scheppen.

Documenten

Hoofdgebied
Gehandicaptenzorg
  • Delen