Dementie bij mensen met (Z)EV(M)B

Er is vrijwel geen onderzoek gedaan naar dementie bij mensen met (zeer) ernstige verstandelijke (en meervoudige) beperkingen. Terwijl het ook bij hen erg belangrijk is om dementie tijdig te signaleren, zodat de behandeling en begeleiding op hun veranderende behoeften en wensen kan worden afgestemd. Daarom deed een projectteam van Alliade onderzoek naar dementie bij mensen met (Z)EV(M)B.

Nauwelijks handvaten voor signalering en diagnostiek
Doordat nauwelijks onderzoek is gedaan naar dementie bij mensen met (Z)EV(M)B, zijn er geen goede instrumenten om dementie bij hen te signaleren en diagnosticeren. Terwijl die juist hard nodig zijn: door de combinatie van de verstandelijke beperking, karakteristiek gedrag en andere aandoeningen die dementieachtige symptomen kunnen geven, zijn dementie en achteruitgang in functioneren bij hen moeilijk vast te stellen.

Grote behoefte aan kennisdeling
Vanuit de praktijk is er grote behoefte aan kennisdeling en ervaringsuitwisseling over dementie bij mensen met (Z)EV(M)B. Om antwoorden te vinden op praktijkvragen sloegen Alliade, Ipse de Bruggen, Koninklijke Visio, ‘s Heeren Loo, de Rijksuniversiteit Groningen, Universitair Medisch Centrum Groningen en de Hanzehogeschool de handen ineen.


Samenvatting

  • Wat was de aanleiding voor het onderzoek?

    Toenemend aantal ouder wordende cliënten
    Het aantal ouder wordende mensen met een verstandelijke beperking neemt toe. Daardoor wordt dementie een steeds belangrijkere uitdaging in de gehandicaptenzorg. Hoe ernstiger de verstandelijke beperking, hoe lastiger achteruitgang in functioneren en dementie zijn vast te stellen.

    Nauwelijks handvatten voor signaleren dementie
    Voor mensen met (Z)EV(M)B zijn er nauwelijks handvatten voor het signaleren en diagnosticeren van dementie. Veel bestaande instrumenten zijn bij hen niet toepasbaar en er is vrijwel geen onderzoek naar gedaan.

    Dementie tijdig herkennen: tijdig de juiste ondersteuning
    Wanneer dementie niet tijdig wordt herkend, bestaat het risico dat mensen niet de juiste ondersteuning krijgen en dat de dagelijkse zorg (te) laat wordt aangepast aan hun specifieke behoeften en wensen. En dat terwijl ze volledig afhankelijk zijn van ondersteuning en verzorging door hun omgeving.

  • Wat waren de onderzoeksvragen?

    Onderzoeksvraag 1: Hoe uit dementie zich bij mensen met (Z)EV(M)B?
    Om deze vraag te beantwoorden, bracht het projectteam relevante symptomen (veranderingen) in kaart. Dit deden ze aan de hand van focusgroepen, literatuur- en dossieronderzoek en enquêtes. Op basis hiervan ontwikkelden ze een diagnostisch hulpmiddel voor dementie bij mensen met (Z)EV(M)B, dat vervolgens een eerste maal werd getoetst om een indicatie te geven voor de relevantie en bruikbaarheid in de praktijk. Het nieuwe diagnostische hulpmiddel kan door iedereen worden gedownload en vrij worden gebruikt.

    Onderzoeksvraag 2: Welke scholings- en informatiebehoefte is er bij zorgprofessionals en familieleden?
    Met de antwoorden op een enquête naar deze behoefte en met informatie uit de eerdere stappen van het onderzoek ontwikkelde het projecttsteam kennismodules met verschillende thema's rondom dementie bij mensen met (Z)EV(M)B. Deze kennismodules zijn voor iedereen vrij toegankelijk.

  • Hoe werd het onderzoek uitgevoerd?

    Welke organisaties waren erbij betrokken?
    Het project werd vormgegeven en uitgevoerd door vier zorginstellingen (Alliade, Ipse de Bruggen, Koninklijke Visio en ‘s Heeren Loo) samen met de Hanzehogeschool, Rijksuniversiteit Groningen (RUG) en Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG). Vertegenwoordigers van deze organisaties hadden zitting in het projectteam, waarvan projectleider Alain Dekker voorzitter was. De leden van het projectteam zetten de verschillende onderzoeksstappen uit binnen hun eigen organisatie.

    Welke mensen van Alliade deden mee?
    Alain Dekker stuurde ook het onderzoek binnen Alliade aan. Maureen Wissing, promovenda aan RUG/UMCG, ondersteunde hem hierbij. Ina van der Wal, Roelie Fopma (beiden gedragskundige) en Nienke Stap (psychologisch medewerker) ondersteunden hierin en namen deel aan het landelijke projectteam.

    Uit welke stappen bestond het onderzoek?

    Stap 1:
    Focusgroepen: groepsinterviews om praktijkervaringen met dementie bij mensen met (Z)EV(M)B in kaart te brengen. Hierbij ging het om:

    • het belang van een diagnose
    • symptomen
    • scholings- en informatiebehoefte

    Stap 2:
    Literatuuronderzoek. Er zijn nog geen specifieke onderzoeken gedaan naar dementie bij mensen met (Z)EV(M)B. De symptomen werden gehaald uit onderzoeken naar dementie bij mensen met een verstandelijke beperking/downsyndroom waarbij ook een klein gedeelte is opgenomen over dementie bij mensen met (Z)EV(M)B.

    Stap 3:
    Dossieronderzoek: door medische en zorgdossiers van cliënten met (Z)EV(M)B te analyseren brachten de onderzoekers medische, gedragskundige en motorische symptomen in kaart.

    Stap 4:
    Enquêtes en interviews: door enquêtes en individuele intervieuws met artsen, gedragskundigen, paramedici, begeleiders en familieleden verzamelden de onderzoekers praktijkkennis en praktijkervaringen.

    Stap 5:
    Identificatie van relevante items in bestaande dementielijsten voor mensen met een verstandelijke beperking: de onderzoekers namen bestaande dementielijsten af bij mensen met (Z)EV(M)B om zo te bepalen welke items bij hen relevant zijn.

    Stap 6:
    De nieuwe lijst met items werd op relevatie getoetst door hem af te nemen met informanten van mensen met (Z)EV(M)B, zowel mét als zonder vermoedens van dementie.

    Stap 7:
    Op basis van een enquête over de informatie- en scholingsbehoefte onder zorgprofessionals en familieleden en aan de hand van informatie uit de eerdere stappen van het onderzoek ontwikkelde het projectteam kennismodules met verschillende thema's rondom dementie bij mensen met (Z)EV(M)B.

    Onderaan deze pagina, bij Deelonderzoeken, vind je meer uitleg over de verschillende stappen.

  • Wat is de stand van zaken?

    Alle stappen van het onderzoek zijn afgerond. Ook de laatste stap (toetsing van het nieuwe diagnostische hulpmiddel in de praktijk) is inmiddels gepubliceerd in een wetenschappelijk tijdschrift.

  • Waar kan ik meer te weten komen over dit onderzoek?

    Proefschrift en publieksbrochure
    Het proefschrift en de publieksbrochure over het onderzoek vind je onderaan deze pagina bij Documenten. Het proefschrift is Engelstalig, maar bevat (aan het eind) een Nederlandse samenvatting.

    Vakartikelen en andere informatie

  • Hoe werd het onderzoek gefinancierd?

    Dit onderzoek werd financieel ondersteund door onderzoeksprogramma Memorabel van ZonMw (projectnummer 733050863), Universitair Medisch Centrum Groningen, de Hanzehogeschool, Ipse de Bruggen, Koninklijke Visio, ’s Heeren Loo en de afdeling PWO van Alliade.


Documenten