Een gezonde mond, een zorg minder

Over de mondgezondheid en het tandartsbezoek van mensen met verstandelijke beperkingen is weinig bekend. Terwijl een slecht gebit negatieve invloed kan hebben op de algehele gezondheid en het welzijn van cliënten. Daarom heeft een projectteam van PWO hier de tanden in gezet.

De onderzoekers hebben in kaart gebracht hoeveel mensen met verstandelijke beperkingen naar de tandarts of mondhygiënist gaan en hoe het met hun mondgezondheid is. Ook hebben ze gekeken welke begeleiding, tandheelkundige behandelingen en mondzorgadviezen cliënten krijgen, wat redenen zijn om wel of juist niet naar de tandarts te gaan en wat kan helpen om het tandartsbezoek te bevorderen.

Hiermee willen de onderzoekers een beeld geven van de mondgezondheid van mensen met verstandelijke beperkingen en een overzicht van strategieën die kunnen worden ingezet om tandartsbezoek te bevorderen. Samen kan dit worden gebruikt als startpunt voor de verbetering van de mondgezondheid van mensen met verstandelijke beperkingen.


Samenvatting

  • Wat was de aanleiding voor het onderzoek?

    Slecht gebit? Risico’s voor gezondheid en welzijn
    Een goede mondgezondheid is belangrijk voor de algehele gezondheid en de kwaliteit van leven. Een slecht gebit kan onder andere zorgen voor een slechte adem, pijn en (tandvlees)ontstekingen. Ernstige tandvleesontsteking (parodontitis) kan negatieve effecten met zich meebrengen ten aanzien van de ziekte van Alzheimer, hart- en vaatziekten en diabetes en ten aanzien van longontsteking voor mensen die hier een verhoogd risico op hebben.

    Slechtere mondgezondheid bij mensen met een verstandelijke beperking
    Hoewel een goede mondgezondheid erg belangrijk is, krijgt het bij mensen met lichte, matige en (zeer) ernstige verstandelijke beperkingen nog weinig aandacht, terwijl zij een slechtere mondgezondheid lijken te hebben dan mensen zonder verstandelijke beperkingen.

    Hoe kun je tandartsbezoek stimuleren?
    Om de mondgezondheid te verbeteren is regelmatig bezoek aan de tandarts en mondhygiënist noodzakelijk. Maar hoeveel mensen met verstandelijke beperkingen naar de tandarts gaan, hoe vaak ze dit doen en wat voor hen redenen zijn om wel of niet te gaan, weten we niet. Ook is in de omgeving van de cliënt vaak niet bekend hoe tandartsbezoek kan worden gestimuleerd. Daarom heeft een projectteam van PWO dit onderzocht.

  • Wat waren de onderzoeksvragen?

    Hoofdvragen

    • Hoeveel mensen met verstandelijke beperkingen gaan naar de tandarts of mondhygiënist?
    • Wat zijn voor mensen met verstandelijke beperkingen redenen om wel of niet naar de tandarts of mondhygiënist te gaan?

    Deelvragen

    • Hoe is de mondgezondheid van mensen met verstandelijke beperkingen die de tandarts of mondhygiënist wel bezoeken?
    • Welke factoren bevorderen dat mensen (weer) naar de tandarts of mondhygiënist gaan wanneer zij dit niet (meer) doen?
  • Wat is de meerwaarde van het onderzoek voor de cliënt, verwant en zorgmedewerker?
    • Door regelmatig naar de tandarts en mondhygiënist te gaan, verbetert de mondgezondheid van de cliënt.
    • Door een betere mondgezondheid neemt de algehele gezondheid en kwaliteit van leven van de cliënt toe. Bijvoorbeeld doordat hij geen slechte adem meer heeft en het sociaal contact verbetert. Of doordat hij geen pijn meer heeft en probleemgedrag hierdoor afneemt.
    • Door een betere mondgezondheid hoeft de cliënt geen of minder ingrijpende behandelingen bij de tandarts te ondergaan.
    • De cliënt ervaart minder belemmering om naar de tandarts of mondhygiënist te gaan omdat rekening kan worden gehouden met bevorderende factoren.
       
    • Het onderzoek vergroot de kennis en bewustwording van behandelaren, begeleiders en verwanten over mondzorg en mondgezondheid bij mensen met verstandelijke beperkingen.
    • Doordat in kaart is gebracht wie wel en niet naar de tandarts of mondhygiënist gaat en waarom dat wel of niet gebeurt, kunnen behandelaren de mondzorg meer gericht verbeteren.
    • Doordat begeleiders weten welke factoren tandartsbezoek bevorderen, kunnen ze de cliënt beter stimuleren om te gaan.
  • Hoe is het onderzoek uitgevoerd?

    Het onderzoek bestond uit 2 delen: een dossieronderzoek en een literatuuronderzoek.

    Hoe zag het dossieronderzoek eruit?
    De onderzoekers hebben in totaal 150 cliëntdossiers doorgenomen: 50 van mensen met lichte, 50 van mensen met matige en 50 van mensen met (zeer) ernstige verstandelijke (en meervoudige) beperkingen. Hierbij brachten ze in kaart:

    • Hoe vaak en met welke redenen de cliënt naar de tandarts of mondhygiënist ging.
    • Hoe de mondgezondheid en staat van het gebit van de cliënt was.
    • Welke tandheelkundige (be)handelingen bij het tandartsbezoek plaatsvonden.
    • Waar de tandheelkundige (be)handelingen werden uitgevoerd (tandartspraktijk, ziekenhuis, eigen woonlocatie) en in welk type stoel.
       
    • Hoe het poetsgedrag van de cliënt was.
    • Welke mondzorgadviezen de cliënt kreeg.
    • Of en hoe de cliënt bij het tandartsbezoek werd begeleid.
    • Welke factoren het bezoek aan de tandarts of mondhygiënist bevorderden.

    Bij cliënten die niet naar de tandarts of mondhygiënist gingen, keken de onderzoekers naar de redenen hiervoor. Stonden in het cliëntdossier geen gegevens over mondzorg, dan rapporteerden ze dit ook.

    Hoe zag het literatuuronderzoek eruit?
    De onderzoekers zochten in de Nederlandse en Engelstalige literatuur naar factoren die tandartsbezoek bij mensen met een verstandelijke beperking kunnen bevorderen.

  • Wat is de stand van zaken?

    De onderzoekers hebben de uitkomsten van het literatuuronderzoek en dossieronderzoek verwerkt in een artikel, dat is ingediend bij een wetenschappelijk tijdschrift. Zodra het is gepubliceerd, zal het artikel op deze pagina te vinden zijn.

  • Hoe is het onderzoek gefinancierd?

    Het onderzoek was mogelijk dankzij subsidie van ZonMw en personele inzet van de afdeling PWO van Alliade.

Hoofdgebied
Gehandicaptenzorg
Onderzoekslijn(en)
Evidence based screening, diagnostiek en behandeling
Projectteam
  • Delen